Kleuren en metalen
Over het algemeen kan je zeggen dat de volgende metalen de volgende kleuren bepalen in gesteente, kristallen en mineralen:
aluminium: blauwachtig
ijzer: rood of ijzerkleur, paars
kalk: wit, dicht
kiezelzuur: wit, helder, doorschijnend of dicht
koper: groen, blauwgroen, koperkleur
magnesium: ivoorkleurig, dicht
mangaan: roze tot paars, soort zwart
zink: grijzig
nikkel: ijzerkleur
chroom: ijzerkleur
kobalt: roze en blauw
De werking van licht
Als we een rode steen zien zijn alle kleuren van het licht door de steen geabsorbeerd uitgezonderd het rode licht, dat wordt teruggestraald en wat we zien. Kleuren roepen beleving op, ze zijn verbonden met onze gevoelens.
Componenten
Mineralen bestaan bijna altijd uit twee componenten, uit twee delen. Ze bestaan uit een metalen- en een niet-metalen deel. Bij alle mineralen die hetzelfde niet-metalen deel hebben, treffen we gemeenschappelijke kenmerken aan.
Zo bestaan er 8 groepen:
de natuurlijke elementen: zoals goud, zilver, koper.
de sulfiden: zwavelwaterstof wordt aangetroffen in deze groep.
de halogeniden: zouten vormen het niet-metalen deel, oa fluor en chloor.
de oxiden: zuurstof als niet-metaal deel kan metalen doen roesten: ontstaan van ijzeroxide.
de carbonaten: koolzuur is bepalend voor deze groep.
de sulfaten: zwavelzuur als terugkomend element in deze groep.
de fosfaten: fosforzuur bepaalt deze groep.
de silicaten: kiezelzuur is hier actief. Deze groep heeft nog een verdere onderverdeling.