Fossielen
Sporen uit een ver verleden
Fossielen zijn resten van planten en dieren die lang geleden dood zijn gegaan, ontsnapt zijn aan het rottingsproces en na vele jaren deel zijn geworden van de aardkorst. Een fossiel kan bestaan uit de bewaard gebleven resten van het organisme zelf, uit de indruk ervan in sediment of uit sporen die het tijdens zijn leven maakte.
Fossilisatie proces
Voor fossilisatie is een snelle afdekking, gewoonlijk in waterig sediment, vereist. Dit wordt gevolgd door chemische omvorming, waarbij mineralen toegevoegd of afgevoerd worden. Als dit proces niet optreedt kan een organisme ook op andere wijze een tijdlang bewaard blijven, maar fossiliseert niet.
Ongewervelde dieren
Fossilisatie is, op zijn best, een onzeker proces dat afhankelijk is van een reeks gunstige omstandigheden. Het merendeel van de planten en dieren, die ooit leefden, is volledig en spoorloos verdwenen, zonder een fossiel achter te laten. Slechts bij hoge uitzondering fossiliseert een organisme en dan alleen skeletdelen of andere harde delen.
Ongewervelde dieren, waarvan fossielen zijn teruggevonden, zijn: Koralen, trilobieten, ammonieten, zeelelies, zeesterren, zee-egels.
Versteend hout, verkiezeld hout
In de winkel ligt vooral versteend hout uit Indonesië. Het is afkomstig van Java en Zuid-Sumatra. Dit versteende hout is ongeveer 20 miljoen jaar oud. Het proces van verstening van hout kan op verschillende manieren worden ingeluid. In Indonesië zijn deze bomen bedekt geraakt door lagen vulkanische as, waardoor ze van de lucht zijn afgesloten. Kiezelhoudend vocht is er later in doorgedrongen en is zich gaan afzetten in de houtvaten. Bomen die door modderlawines bedekt zijn geraakt, kunnen ook in een fossilisatieproces terecht komen.