Hemelijzer | Wendela Copijn

Ik zit in een tuin, midden-oost Frankrijk. De natuur is hier warm maar aangenaam, zingende vogels, krekels en insecten: meer dan ik in Nederland zag dit jaar. En dan komen ze ineens overvliegen – dreigende, ronkende straaljagers als enorme onheilspellende vogels, klaar om schade aan te richten, te vernietigen – te verdedigen en te beschermen zullen ze bedoelen. Ze doorklieven het luchtruim, ongezien. De natuur verstilt.

Vrede is een bewuste keuze, geboren uit eigen verantwoordelijkheid. Het vergt echter kracht en moed om de warboel van binnen uit elkaar te halen. Wat is goed, wat is kwaad? Je kan lang denken het goede te doen, maar als het positieve resultaat op alle niveaus op zich laat wachten, is de volgehouden gedachte mogelijk toch niet gezondmakend. Wat is gezondmakend? Genoeg regels die het egoperspectief ondersteunen en waarbij de ‘samenhang van alles met alles’ niet meer wordt onderkend. Zoek daarom bij jezelf, ga naar binnen en vind de kracht om keuzes te maken die je heelheid bieden.

De kracht die het vermogen onderkent om verschil te maken, huist in het meteorietijzer – ook wel hemelijzer genoemd. In de antro-geneeskunde wordt om precies deze reden hemelijzer bij (griep-)virussen ingezet: om het immuunsysteem te helpen onderscheid te maken tussen eigen en niet eigen. Er zijn koolstofhoudende steenmeteorieten, ijzernikkelolivijn-meteorieten en ijzernikkelmeteorieten. Hun samenstelling komt overeen met de samenstelling van de diepste aardkern, de peridotietlaag en de basaltlaag van onze aarde. Zij wijzen op de herkomst aan van de vroegste ontwikkelingsstadia van de planeet aarde. Meteoriden (meteorieten die nog niet door de dampkring zijn gevallen)  zijn vaste brokstukken en stofdeeltjes, afkomstig uit de interplanetaire ruimte tussen Jupiter en Mars. Bij het binnenkomen van de aarde-atmosfeer lichten ze op door wrijvingshitte en zien wij ze als ‘vallende sterren’ of meteoren. Dagelijks komt er zo’n 40 ton aan meteorieten op de aarde terecht. Eenzelfde hoeveelheid aan meteorietenstof blijft echter hangen in de atmosfeer – en zorgt voor de prachtige kleuren van het noorderlicht.   

Innerlijke visie, spiritueel ontwaken en daarnaar handelen ontstaan als we tot onze diepste kern doordringen. Juist alle botsingen, alle inslagen, alle ‘slagen van het lot’ dienen daartoe. Niet om nogmaals het trauma te herhalen of te verwijten, maar om ‘er doorheen’ te gaan. Met aandacht en zorgvuldig geconcentreerd bewustzijn, doorvoelend wáár je doorheen gaat –  je doel volgend om licht en vrede te scheppen uit alle verwarring. Zo kun je door de ijskoude afweerlagen heendringen die een volwassen mens zich nu eenmaal in zijn incarnaties eigen heeft gemaakt. Om het pure bewustzijn te kunnen bevrijden. Ook het jonge kindbewustzijn draagt zijn diepere sporen met zich mee uit vroeger tijden. Die zullen zich aandienen in de dagelijkse kleinere of grotere drama’s, als thema’s van het leven. Zodat ze kunnen smelten en gloeien, de ziel vrij kan worden en oplichten. Zodat we de vrede leren kennen in onszelf – en ook de ander met vredevolle ogen kunnen bezien. Het gaat erom zelf verantwoordelijkheid te nemen: door ons denken en voelen te doorgloeien met bewustzijn. Dan kan vreugde de duisternis doorbreken en basis worden. Die vreugde is individueel én omvat al het leven. Zo kunnen we boven alle verschrikkingen en verstrikkingen uitgroeien en een vredevolle mens zijn in onze omgeving. Het hemelijzer, de meteoride die alle kosmische slagen trotseerde en als lichtend spoor de goede aarde bereikt heeft, wijst ons hierin de weg.

Vorige
Vorige

Goudtopaas | Wendela Copijn

Volgende
Volgende

Aquamarijn | Wendela Copijn